Nieuw systeem belastingheffing op vermogen (box 3)
‘Hoe hoger uw vermogen, hoe hoger uw heffing’. Dat is de strekking van de nieuwe manier van de Belastingdienst om met vermogensbelasting in box 3 om te gaan. Wij hebben voor u doorgelicht voor wie dit gunstig uitvalt en voor wie niet. En wat u eraan kunt doen als het voor u ongunstig is.
Onze algemene conclusies:
- Spaarders met een gezamenlijk vrij vermogen tot 50.000 euro gaan erop vooruit.
- Mensen met veel spaargeld, die om welke reden dan ook niet willen beleggen, worden in het nieuwe systeem van vermogensbelasting fiscaal gestraft.
- Het break-evenpoint tussen de oude en de nieuwe heffing ligt bij een gezamenlijk box 3-vermogen van ongeveer 440.000 euro.
Lees verder voor een uitgebreide uitleg, voorbeelden en oplossingen.
Wat valt onder uw box 3 vermogen
Uw vermogen waarvan het inkomen niet onder box 1 of box 2 wordt belast, valt onder box 3 in het Belastingstelsel. Denk bijvoorbeeld aan spaarrekeningen, beleggingsrekeningen en een tweede woning. Vermogensbelasting betaalt u over vermogen in box 3.
Het huidig forfaitair systeem (en wat is dat)
Hoeveel belasting u over dit vermogen betaalt, wordt bepaald met een ‘forfaitair systeem’. De Belastingdienst rekent met een fictief percentage van 4% rendement dat u zou kunnen behalen op dit vermogen. Ze gaan er dus vanuit dat uw box 3 vermogen elk jaar met 4% groeit. Over die groei rekenen zij 30% belasting.
Even rekenen: 30% van 4% is gelijk aan 1,2%. Dit is de belastingheffing op uw totale box 3 vermogen. Oftewel: u draagt 1,2% van dit vermogen jaarlijks af aan belasting. Hierop geldt wel een vrijstelling van 24.437 euro per persoon per jaar. Tot aan dat bedrag betaalt u geen belasting. Als u een fiscaal partner heeft is dat bedrag verdubbeld (48.874 euro). Alleen uw vermogen boven dat bedrag, wordt belast.
Wat klopt er niet aan dit systeem?
Aangezien de vermogensgroei in werkelijkheid al jaren onder de 4% ligt, is er veel weerstand tegen dit systeem. En in het Belastingplan 2017 staat een voorstel om dat te veranderen.
Het nieuwe forfaitair systeem
Het fictief rendement (forfaitair rendement) wordt voortaan gebaseerd op ‘de landelijk gemiddelde verdeling van het box 3-vermogen over spaargeld en beleggingen’.
- Al het spaargeld in Nederland in box 3 wordt opgeteld en het gemiddelde rendement op dat spaargeld over de afgelopen 5 jaar wordt uitgerekend. Er wordt gerekend met hoeveel spaargeld we hadden in 2012.
- Ook al het beleggingsgeld in Nederland in box 3 wordt opgeteld en het gemiddeld rendement ervan uitgerekend. Er wordt gerekend met hoeveel beleggingsgeld we hadden in 2012.
- Daarna kijkt de Belasting naar hoe dit box 3 vermogen (gemiddeld) verdeeld is. Bijvoorbeeld heeft men 70% spaargeld en 30% beleggingen, of andersom.
- Het vermogen wordt opgedeeld in 3 oplopende schijven, met een geschatte verdeling van de beleggingen/spaargeld per schijf. Zo krijgt elke schijf een eigen forfaitair rendement. (een combinatie van de twee eerder berekende cijfers).
- De Belastingdienst belast uw vermogen voor 30%, maal het forfaitair rendement van die schijf.
Op deze manier rekent de Belastingdienst het forfaitair rendement voortaan elk belastingjaar opnieuw uit. Fiscaal partners hebben ieder 25.000 euro vrijgesteld vermogen. Dat deel wordt niet belast.
Het nieuwe systeem in simpele termen:
In het Belastingplan 2017 staat in feite: hoe hoger uw vermogen, hoe hoger uw heffing.
Blijft uw vermogen in box 3 onder een bepaald bedrag, dan betaalt u niets. Daarboven betaalt u over 30% van uw vermogen belasting tegen het rentetarief van de onderste schijf. Alles wat daar nog bovenuit komt, wordt zwaarder belast in de tweede schijf of zelfs derde schijf.
Fiscaal partnerschap en vermogensbelasting
Heeft u een fiscaal partner, dan leest u de tabel alsof u ieder de helft van uw totale vermogen in bezit heeft. Bij een gezamenlijk vermogen van 200.000 euro, heeft u ieder 100.000 euro vermogen. En u heeft ieder recht op 25.000 euro vrijstelling. U blijft dan dus beiden in de eerste belastingschijf met de resterende 75.000 euro per persoon. Elk deel wordt belast onder de eerste schijf van 2.91% forfaitair rendement. Dat maal 2 is het bedrag waarover u belasting betaalt: 4.365 euro. Uw belasting wordt daar 30% van, dus 1.309,50 euro in dit voorbeeld. (U komt dus niet tot in de tweede schijf, omdat u ieder de helft ‘bezit’.)
Wie profiteert hiervan?
Vanaf 2017 is uw belastingtarief in box 3 dus afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Mensen met een vermogen tot 100.000 euro gaan er op vooruit. Bij hogere vermogens loopt het fictief rendement op tot wel 5,5% – aanzienlijk meer dan de huidige 4%.
Spaarders met een gezamenlijk vrij vermogen tot 100.000 euro gaan er op vooruit.
Stel, een echtpaar heeft samen 100.000 euro aan vermogen, in de oude situatie betaalden zij dan 613 euro aan box 3-heffing, in de nieuwe situatie wordt dit 436 euro.
Mensen met veel spaargeld die om welke reden dan ook niet willen beleggen worden in het nieuwe systeem van vermogensbelasting fiscaal gestraft.
Denk daarbij aan gepensioneerden die voor hun oude dag een aardig vermogen hebben opgebouwd, maar die geen beleggingsrisico’s willen lopen. Voor hen wordt het ‘gat’ tussen fictief en behaald rendement alleen maar groter. Stel, een echtpaar heeft 2 miljoen euro aan vermogen, in de oude situatie werden zij dan aangeslagen voor 23.413 euro aan box 3-heffing (€ 2 miljoen minus vrijstelling € 48.874, x 1,2%). In de nieuwe situatie loopt dit op naar 26.620 euro, ofwel 1,37 procent aan vermogensbelasting.
Het break-evenpoint tussen de oude en de nieuwe heffing ligt bij een gezamenlijk box 3-vermogen van ongeveer 440.000 euro.
Valt uw vermogen boven dat bedrag, dan zal u meer gaan betalen. Valt uw vermogen onder de 440.000 euro, dan gaat u er fiscaal op vooruit. Als u er in de buurt zit, zult u weinig verschil merken.
Hieronder treft u een overzicht van hoe de verdeling van vermogen in sparen en beleggen per schijf is opgebouwd.
Vermogensrendementsheffing 2017 | ||||
Raming 2017 | ||||
Spaargeld: | 5- jaars voortschrijdend gemiddelde | 1,63% | ||
Beleggingen: | Meetkundig gemiddeld | 5,50% | ||
Schijven: | Box 3 vermogen | Verdeling %
sparen |
beleggen | |
1e | 0 – 100.000 | 67% | 33% | |
2e | 100.000 – 1 miljoen | 21% | 79% | |
3e | > 1 miljoen | 0% | 100% | |
De vermogensmix in combinatie met de percentages verdeling tussen spaarrente en beleggingen | ||||
en het heffingsvrije vermogen geven de volgende forfaitaire percentages: | ||||
Box 3 vermogen | Forfait | |||
0 | 25.000 | 0% | ||
25.001 | 100.000 | 2,91% | ||
100.001 | 1.000.000 | 4,69% | ||
> 1.000.000 | 5,5% | |||
Kunt u een hogere box-3-heffing voorkomen?
Mogelijk vindt u het niet wenselijk om een zeker beleggingsrisico te lopen in ruil voor een onzeker rendement. Daarom wordt door adviseurs gezocht naar fiscale oplossingen voor dit probleem.
Meer weten? Neem dan contact met ons op.